vrijdag 18 december 2015

De 5 ultieme studietips voor de komende blok- en examenperiode

Rond deze tijd wordt her en der nogal veelvuldig met studietips gegooid. Dat gebeurt niet altijd met veel kennis van zake. Hoog tijd dus voor ons om jullie hierbij duidelijke richtlijnen te bezorgen.


de 5 ultieme studietips

In onze cursus "Leren leren" merken we dat veel studenten met dezelfde dingen worstelen. Het belangrijkste voor de meesten is dat 'alles' leuker is dan studeren. "We zijn zelf jaren student geweest en hebben hier bijgevolg ervaring mee" zeggen Stephanie Theunissen, Nicky Hoofwijk en Jan Bruwier van Rebus. Het is soms echt moeilijk om je achter je boeken te zetten en dat kan gevolg hebben voor je punten. Hoe kan je nu tijdens de komende weken zo efficiënt en succesvol mogelijk studeren? Hier volgen de allerbeste studietips:

1. PLANNING


De belangrijkste tip is een concrete planning op te stellen. Als je weet hoeveel bladzijden jij (op een grondige manier, afhankelijk van het vak) kan verwerken per uur, kan je ook een realistische planning opstellen. Een student kan gemiddeld vijf bladzijden verwerken per uur.  Dit kan sneller of trager afhankelijk van de moeilijkheid van het vak. Als je dit vertaalt naar acht uur studeren (die richtlijn hanteren we bij Rebus), betekent dit dat je 40 bladzijden per dag kan studeren. Deel je dag op deze manier in: bijvoorbeeld ¨Vandaag studeer ik van biologie blz 40 tot en met 80¨. Je zal merken dat je er minder door uitstelt dan wanneer je zegt: “Vandaag ga ik biologie doen”. Hoe vager het plan, hoe makkelijker het is om uit te stellen. “Oh nog even deze aflevering” of “ik heb nog wel wat tijd om boodschappen te doen”, worden makkelijke argumenten om uit te stellen. De aflevering en boodschappen kunnen wel prima als pauze.

De ratio die je tijdens studeren best aanhoudt is 50 minuten studeren ten opzichte van 10 minuten pauze. Korter of langer studeren is geen probleem, maar pas dan ook je pauze aan. Probeer ook niet dagen achter elkaar hetzelfde vak te doen. Uit studies leren we dat spreiding echt heel belangrijk is. Probeer een dag een bepaald vak te doen, wissel dan af en begin je derde dag met het oproepen van de kennis die je de eerste dag opgedaan hebt. Zo kan je ook toetsen of de leerstof is blijven hangen.

2. STRUCTUREREN, ANALYSEREN EN VRAGEN STELLEN


Vaak is de hoeveelheid leerstof erg groot. Als je een beetje te laat begonnen bent, is het moeilijk om in te halen. Je hebt dan de neiging om de stof gewoon te lezen om alles doorgenomen te hebben. Enkel lezen is echter geen efficiënte methode om je cursus echt te beheersen. Vergelijk het met een lange route volgen met de GPS. Je raakt er prima de eerste keer. Neem de GPS weg en het wordt al een pak moeilijker. De reden hiervoor is dat onze hersenen bij een eerste keer lezen ‘een pad’ aanleggen tussen stukken informatie. Dit is echter een wandelpaadje en wat je nodig hebt op een examen, is een autosnelweg.

De enige manier om die autosnelweg te krijgen, is door je stof echt grondig te structureren, te analyseren en jezelf voortdurend vragen te stellen. Als je echt een weg zou moeten aanleggen, zou je dit ook doen. Zorg bij een eerste keer lezen dus dat je structuur aanbrengt in je cursus en dat je nagedacht hebt over deze structuur. Alles wat je begrijpt, hoef je niet vanbuiten te leren. Analytisch lezen is dus de boodschap! Stel jezelf voortdurend vragen zoals: “Wat staat hier nu eigenlijk?”, “Hoe relateert dit zich tot de cursus?”, “Weet ik hier al iets over en zo ja, wat?”.

Om een cursus te beheersen moet je namelijk niet één snelweg bouwen, maar verschillende. Je wilt een heel netwerk creëren waardoor je op de snelste en makkelijkste manier tot informatie komt die jij nodig hebt. Maak hierbij gebruik van de kennis die je al hebt. Het is moeilijker om iets helemaal nieuw te leren dan iets te verbinden met kennis die al in je hoofd zit.

3. HERHALEN EN CONTROLEREN

Als derde merken we dat studenten niet op een efficiënte manier herhalen noch zichzelf controleren. Als je een route gevolgd hebt met de GPS ga je de omgeving een tweede keer wel herkennen, maar ga je er zelf ook geraken? Dit wil je op voorhand testen door examenvragen van vorige jaren op te lossen (bonus: vaak komen vragen terug!), zelf vragen te verzinnen, jezelf te ondervragen of vragen van anderen te beantwoorden.

Het centrale thema is vragen, omdat een examen ook enkel uit vragen bestaat. Hoe meer je er oplost, hoe groter de kans dat je de stof voldoende beheerst om het ook te kunnen op het examen. Een goede manier om kennisvragen op te lossen is door je inhoudstabel te overlopen en jezelf af te vragen wat je nog weet over die bepaalde delen. Weet je iets niet? Geen probleem, dan zoek je dit even op. Deze activiteit is heel nuttig om gaten in je kennis op te sporen en aan te vullen. Inzichtsvragen kan je tijdens het doornemen van de cursus zelf opstellen. Denk aan het vergelijken van onderwerpen met elkaar, zelf voorbeelden verzinnen of de voor- en nadelen van een bepaalde methode kunnen opnoemen.

4. WEES POSITIEF

Stress is een logisch fenomeen bij examens. We willen het graag goed doen en ons lichaam reageert op de druk die we voelen. Een beetje stress is niet erg, het zorgt ervoor dat je beter functioneert.  Helaas ervaren veel studenten teveel stress wat leidt tot mentale en fysieke klachten. Vaak wordt dit veroorzaakt doordat je onzeker bent over je voorbereiding. Dit kan je al voor een stuk aanpakken met je planning.

Daarnaast is het belangrijk om een positieve insteek te houden bij het studeren. Het is motiverender om tegen jezelf te zeggen “ik moet nog maar drie hoofdstukken!” dan “Ik moet nog drie hele hoofdstukken…”. Ook focussen op het 'hier en nu' helpt. Vaak bestaat piekeren uit zorgen over straks en morgen. Als je jezelf voorneemt om nu gewoon je best te doen en je ervoor kiest om je te focussen op het huidige stuk, kan je dit piekergedrag al voor een stuk uitschakelen. Om fysieke stress tegen te gaan, kan je relaxatie oefeningen doen. Deze vind je online of je kan hiervoor terecht bij Rebus.


5. SLAAP

Tenslotte willen we het belang van een goede slaap benadrukken. Je hersenen hebben tijd nodig om de informatie die je verworven hebt te consolideren. Zie dit als het uitharden van de weg. Als je jouw hersenen hiervoor geen tijd geeft, gaat het geen stevige autosnelweg worden. Een nachtje doordoen is vaak geen goed idee. Op het examen ben je minder alert en maak je fouten doordat je moe bent.
Het ideale moment om te studeren kan wel wisselen van persoon tot persoon. Het is mogelijk dat je eerder een avondmens bent en je je ’s avonds beter kan concentreren. Probeer je studiepatroon dan vanaf het begin van de blok hieraan aan te passen door later te starten en later te eindigen. Omgekeerd, als je een ochtendmens bent, sta je best vroeg op om te kunnen starten wanneer je nog fris bent. Extra tip: Heb je even een dipje, ga dan een wandelingetje in de buitenlucht maken. Dit geeft je weer een fris hoofd.


We zetten hierbij alle tips nog even op een rijtje:
  • Maak een concrete planning en wees realistisch. Pauzeer ook regelmatig.
  • Structureer en analyseer je cursus en stel jezelf vragen om tot meer inzicht te komen. Wat je begrijpt, hoef je niet vanbuiten te leren.
  • Controleer jezelf door je te laten ondervragen of jezelf op te vragen aan de hand van de inhoudstafel. Los ook examenvragen op van de voorbije jaren. Geen probleem als je nog niet alles kent, dat moet pas op het examen.
  • Hanteer een positieve insteek en focus op het hier en nu.
  • Zorg voor voldoende slaap en past je studieritme aan aan de momenten in de dag waarop jij je het best kan concentreren.


Over de auteur: Jan Bruwier is hoofdverantwoordelijke van Rebus studiebegeleiding in Leuven en Kortrijk. Stephanie Theunissen en Nicky Hoofwijk zijn psychologen en werken momenteel als studiecoach bij Rebus.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

zaterdag 5 december 2015

Internationale dag van de vrijwilliger

Beste Rebus coach,


Jij zet je in voor een leerling,
jij begint bij het begin
van een gezamenlijke reis.
En de leerling die wordt wijs,
want kennis geeft de kans om
verder te komen in het leven.
Jij vrijwilliger, kan dat geven!
Zo krijgt de leerling een plaats in de maatschappij,
want ook hij of zij hoort erbij.

Duizend maal dank, beste vrijwilliger, voor je enthousiasme en inzet!!

Alle Rebus studenten

vrijdag 27 november 2015

Hét sleutelwoord voor een succesvol toelatingsexamen geneeskunde: Voorbereiding!

bron foto - De Standaard
De toelatingsproef geneeskunde is weer volop in het nieuws na de publicatie van de eerste aanbevelingen van de begeleidingscommissie voor het toelatingsexamen arts en tandarts. We vonden het een goed idee om even dieper in de materie te duiken!

Waarom organiseert de federale overheid een toelatingsproef?

Van alle universitaire opleidingen zijn de studierichtingen arts en tandarts de enige waar de instroom door een toelatingsexamen worden beperkt. Dit gebeurt omdat beide beroepen gereguleerd worden door een quota. In 2015 mochten er in België 1230 nieuwe (tand)artsen bijkomen, waarvan 738 in Vlaanderen. Het eerste toelatingsexamen voor geneeskunde en tandheelkunde werd in de zomer van 1997 georganiseerd. Sindsdien namen ongeveer 41.000 mensen hieraan deel. Het doel van de toelatingsproef tand(arts) is om de kwaliteit van de instroom van studenten zo hoog mogelijk te maken. Het kaf moet nu eenmaal van het koren worden gescheiden en het invoeren van het toelatingsexamen heeft ervoor gezorgd dat het slaagpercentage in het eerste jaar geneeskunde verdubbelde ten opzichte van de periode vóór 1997. 

Verdere daling in slaagpercentage.

In 2015 werden er naar goede gewoonte twee examenmomenten georganiseerd. In totaal namen 6.185 personen deel waarvan 4050 vrouwen en 2135 mannen. Een record in de geschiedenis van het toelatingsexamen. Ondanks dit record slaagden er van de 6.185 kandidaten slechts 1041: 601 vrouwen en 440 mannen. Dat brengt het globale slaagpercentage voor 2015 op 16,8%, een daling van 1,9% in vergelijking met dat van 2014. Het goede nieuws is dat met deze instroom het contingent artsen (738 beschikbare plaatsen in 2021) en tandartsen (108 plaatsen in 2020) wordt gedekt.

Ophef door studentenprotest.

Het toelatingsexamen van augustus zorgde vorig jaar voor wat ophef toen enkele niet-geslaagde studenten hun resultaten aanvochten bij de Raad van State wegens een niet correcte puntentelling bij het schrappen van examenvragen. In November kregen 80 studenten, die in eerste instantie niet geslaagd waren, alsnog gelijk van de Raad en mochten ze de opleiding aanvangen. Om dit soort situaties in de toekomst te vermijden richtte Vlaams Minister van Onderwijs Hilde Crevits meteen een begeleidingscommissie op om aanbevelingen rond het format en de regelgeving van het toelatingsexamen voor (tand)arts te doen. In de commissie zetelen de decanen van de betrokken faculteiten en vertegenwoordigers van de studenten, de examencommissie, het secundair onderwijs en de overheid.

De aanbevelingen van de begeleidingscommissie.

Voorlopig verandert er niets voor de toelatingsproeven van 2016, in welke richting het toegangsexamen zal evolueren staat momenteel nog niet vast. De commissie heeft een aantal aanbevelingen gedaan die het uitzicht van de toelatingsproeven ingrijpend kunnen veranderen. Wat wil de commissie veranderen? (Bron: De Tijd, 27/11/2015)
  1. Het toelatingsexamen wordt een vergelijkend examen: enkel de besten mogen door. De numerus clausus wordt dus vervangen door een numerus fixus. Bij de numerus clausus mogen alle geslaagde studenten het eerste jaar aanvangen. Bij de numerus fixus mogen enkel de best presterende studenten door. Hoeveel dat er per jaar zouden zijn wordt afgesteld op het gewenste contingent artsen dat door de overheid wordt opgelegd.
  2. Het aantal deelnames wordt beperkt tot drie proeven
  3. Slechts één toelatingsexamen arts en tandarts per jaar.
  4. De transparantie rond het examen moet omhoog.
  5. Een betere overeenstemming tussen het toelatingsexamen en de leerstof in het secundair onderwijs.
  6. Studenten moeten vooraf kiezen of ze voor arts of tandarts zullen gaan.


Het toelatingsexamen bewijst nuttig en degelijk te zijn, door de universiteiten in staat te stellen kwaliteitsvol onderwijs te realiseren voor gemotiveerde (tand)artsen in spe. De slaagcijfers in het eerste bachelor geneeskunde en tandarts bewijzen dit en schommelen rond de 90%. The proof is in the pudding.

Bij Rebus zijn we de mening toegedaan dat eender welk initiatief dat genomen wordt om de toelatingsproef te verbeteren krachtig moet toegejuicht worden.  De begeleidingscommissie en de vernieuwde examencommissie, op initiatief van Minister van Onderwijs Crevits, heeft op dat gebied al zeer degelijk werk verricht. Het ingangsexamen anno 2015 (zowel juli als augustus) was goed en evenwichtig opgesteld. De uitbreiding van 40 naar 60 vragen voor het KIW (Kennis in Wetenschappen) gedeelte was prima. Een foutief antwoord of een schrapping van een vraag heeft aldus minder gewicht. Dit is in het voordeel van een goed voorbereide student!

Het beperken van het aantal deelnames en het schrappen van het tweede examenmoment is in onze ogen een spijtige zaak. Door het schrappen van het examenmoment in augustus worden de studenten in het secundair onderwijs benadeeld ten opzichte van de mensen die zich exclusief kunnen voorbereiden op het toelatingsexamen. Ze moeten immers hun eindtermen halen én zich voorbereiden op de toelatingsproef. Onze jarenlange ervaring leert ons dat een dubbele focus zeer vaak nefast is voor de slaagkansen.  Bij Rebus juichen we Crevits’ beslissing om alle examenvragen uit het verleden te publiceren eveneens toe. De 4de en 5de jaars humaniora-studenten zullen niet meer moeten deelnemen om te zien wat het toelatingsexamen precies in houdt en er wordt paal en perk gesteld aan de handel in historische examenvragen.

De precieze data voor de toegangsproeven 2016 zijn nog niet gekend, maar zeker is dat ze weer in juli en augustus zullen doorgaan. Dat wil zeggen dat het nu het uitgelezen moment is om je voorbereiding te starten. Onze ervaring leert ons dat de voorbereiding voor het toelatingsexamen cruciaal is. Een student die zich niet goed heeft voorbereid, hoe verstandig ook, heeft weinig slaagkans! Rebus stelt dat een student gemiddeld 300 uur voorbereidingstijd nodig heeft om zijn slaagkansen optimaal te houden. De kernwoorden hier zijn persoonlijke voorbereiding en zelfstudie.

Voorbereiding is cruciaal.

Het toelatingsexamen arts/tandarts bestaat uit twee delen: kennis en inzicht in wetenschappen of KIW (wiskunde, fysica, scheikunde en biologie) en informatieverwerking of IVV (stilleesteksten en communicatieproef). Belangrijk om weten hier is dat een grote hoeveelheid leerstof in één examen samenkomt.

·      Het KIW gedeelte bevat leerstof uit vier studiejaren (derde, vierde, vijfde en zesde middelbaar) voor wiskunde, fysica en scheikunde. Voor biologie enkel uit vijfde en zesde middelbaar. Dit is bijzonder veel leerstof die samenkomt in één examen, een multiple-choice examen met een tijdsbeperking van vier uur.
·      De meeste leerlingen uit het secundair onderwijs studeren zeer gefragmenteerd: van trimester tot trimester. Op een toelatingsexamen komt de stof van vier vakken samen in één examen of in totaal 42 trimesters leerstof wetenschappen.
·      Het toelatingsexamen is niet echt een moeilijk examen. Voor de meeste studenten (uit een wetenschappen-wiskunde richting) is dit allemaal geziene leerstof. Maar het is wel een examen over een zéér grote hoeveelheid leerstof.

Multiple Choice

Multiple choice betekent dat men de stof nog beter moet kennen dan voor een examen met open vragen. Door de vraagstelling en de antwoord keuzemogelijkheden slaat ook de twijfel toe: meestal geen goede raadgever voor studenten. Meisjes zouden volgens de voorgenoemde studie aan de VUB benadeeld zijn (ze gokken minder snel dan jongens). Dit is niet noodzakelijk een nadeel. Wij raden onze studenten af om te gokken tijdens het KIW gedeelte. Het antwoord kan perfect berekend worden, dus moet er, in normale omstandigheden bij een voldoende aantal antwoorden, niet worden gegokt.

Tijdsdruk

Ook de tijdsdruk en het niet gebruik mogen maken van een rekenmachine spelen een belangrijke rol. Dit impliceert dat de kennis niet latent maar wel zeer paraat aanwezig moet zijn. Snel kunnen werken zonder rekenfouten maken is de boodschap.

Er zijn dus een hoop zaken die op de deelnemers van het toelatingsexamen afkomen. Jan Bruwier, de voorzitter van Rebus studiebegeleiding, stelt het als volgt: “Voor het toelatingsexamen is de wil om te slagen belangrijk, maar nog veel belangrijker is de wil om zich goed voor te bereiden.” Dat geldt voor de studenten, maar ook voor de organisatie: een permanente evaluatie van het toelatingsexamen door de begeleidingscommissie, een veel betere informatie naar studenten en ouders en het verder ontwikkelen van beter geplande, gecoördineerde en realistische voorbereidingslessen aan de verschillende universiteiten.  We willen hier graag, samen met alle andere partijen, aan bijdragen op basis van onze kennis en jarenlange ervaring.


Over de auteur:
Jan Bruwier is voorzitter van Rebus studiebegeleiding in Leuven en Kortrijk. Rebus begeleidde, sinds de invoering van het toelatingsexamen in 1997, al meer dan 750 studenten succesvol voor het toelatingsexamen arts en tandarts. Meer informatie.


donderdag 2 juli 2015

Wanneer gokken op het toelatingsexamen geneeskunde?

Bij het toelatingsexamen arts/tandarts moet een onderscheidt gemaakt worden tussen het KIW (kennis en wetenschap) gedeelde en het IVV (informatieverwerking) onderdeel.


KIW


Rebus raadt gokken af voor dit onderdeel! In normale omstandigheden (goeie vragen met maar 1 antwoord mogelijkheid) kan je het exacte antwoord berekenen. We raden wel aan om voor elk vak gemiddeld 9 à 10 vragen in te vullen zodat een(reken)foutje kan worden opgevangen. Heb je een sterk vak waar je 12 vragen of meer weet, dan kan je het voor een zwak vak houden op 7 of 8 vragen.
Kom je gemiddeld maar aan 8 vragen of minder dan kan je best gokken. Maar enkel en alleen daar waar je twijfelt tussen 2 antwoorden. Je moet ook maar die vragen gokken tot je aan gemiddeld 10 vragen per onderdeel komt.

IVV

toelatingsexamen
Je moet in totaal 75% van de vragen oplossen. Hier kom je bijna nooit aan met een eerste ronde “zeker” invullen. Een alternatief is gokken tussen twee antwoorden. Hierbij heb je 50% kans om juist te gokken en zo wat marge te creëren.






Een voorbeeld:

20 vragen: 10 juist beantwoorden om te slagen
  • 11 juist: mag 3 fouten maken en nog steeds geslaagd. Totaal invullen = 14
  • 12 juist: mag 6 fouten maken en nog steeds geslaagd. Totaal invullen = 18

Deze methode maximaliseert je winst. Immers, wanneer je er 16 invult en je bent al geslaagd, maken die extra twee antwoorden niet meer uit. Wanneer je al gebuisd bent, kunnen ze een extra punt betekenen.

Berekend op 60 vragen betekent dit dat je idealiter 46 vragen invult. Wanneer je minder zeker bent, kan je gaan voor 42. Wanneer je er meer weet, kan je gaan voor 50. Deze aantallen dien je te verdelen over de aparte onderdelen (zie verder).

BIJ TWIJFEL TUSSEN TWEE ANTWOORDEN, ALTIJD GOKKEN!!!!! Statistisch gezien heb je erg veel kans op winst.

Vragen en antwoorden

Je hebt niet erg veel tijd op het examen. GA NIET telkens je antwoorden NALEZEN. Dit zal je alleen maar aan het twijfelen brengen. Ga eerder de vragen die je opengelaten hebt opnieuw lezen en kijk of je hier nog een vraag van kan oplossen.
Vaak helpt het om de ANTWOORDEN AF TE DEKKEN en dus eerst het juiste antwoord zelf te bedenken. Op deze manier ben je verplicht actief te redeneren in plaats van de oplossing passief te herkennen.
Deze manier van werken is vooral nuttig voor studenten die gemakkelijk aan het twijfelen gebracht worden en is niet altijd toepasbaar. Indien deze strategie niet mogelijk is, ga dan over tot het bekijken van de verschillende antwoorden. Als het eerste het juiste lijkt, ga dan toch nog de andere antwoordmogelijkheden na. Het is immers mogelijk dat wat op het eerste ogenblik correct leek, nadien toch niet het meest volledige of het meest juiste antwoord was. Het is dus belangrijk dat je van de verschillende antwoordalternatieven weet waarom ze juist of fout zijn.
Ga er van uit dat er GEEN ENKEL WOORD OVERBODIG is in de vraagstelling – elk woord is bepalend voor een juiste oplossing. Let bij elke vraag goed op bepaalde woorden zoals altijd, nooit, het meest, het minst... Let bij oefeningen op in welke eenheid het antwoord moet staan (bv. in % of in kans). Zo kunnen er bij meerkeuzevragen veel fouten vermeden worden.
In de antwoorden is er meestal 1 antwoord dat je vrij snel kan schrappen, de overige 2 foutieve antwoorden, de ‘VERLEIDERS’, zijn moeilijker te schrappen. Wees hier alert voor en laat je hier niet door vangen.
Weet dat je goed door moet werken, maar jaag jezelf niet op. Je kan je thuis eens timen voor een oefening, de meeste studenten gebruiken minder tijd dan ze denken! Het is door het stressen dat je fouten maakt en tijd verliest.
Houd voor ogen: je hebt hard gewerkt en kan niet meer doen dan je best. Stress blokkeert, dus focus op dingen die je helpen.

woensdag 24 juni 2015

Hoe slagen voor het toelatingsexamen arts/tandarts? Een aantal cruciale tips

Het toelatingsexamen geneeskunde nadert met rasse schreden. Om jullie nog een laatste duwtje in de rug te geven, hierbij nog enkele belangrijke tips in de laatste rechte lijn naar het examen. Heb je nog nooit deelgenomen aan het toelatingsexamen geneeskunde bekijk dan alvast onderstaand filmpje. Het geeft je een goed beeld hoe het er aan toe gaat.




Vanaf nu tot aan het examen:
  • Probeer in deze laatste periode je leerstof te herhalen, niet enkel door te lezen maar door erover na te denken. Leerstof oproepen uit het geheugen door je inhoudstabel te overlopen (denk biologie) of oefeningen te maken, is de beste voorbereiding op het examen. Op deze manier kom je achter eventuele hiaten in je kennis die je nog kan bijwerken.
  • Bekijk de soorten vragen die gesteld worden nog als een laatste voorbereiding. Voor de communicatieproef bijvoorbeeld kan je heel goede resultaten behalen als je de casussen nog eens doorneemt en de tips naleest. Dit geldt ook voor de andere vakken.
  • Maak het voorbeeldexamen (online) enkele dagen voor het examen. Op die manier heb je nog tijd om dingen extra in te oefenen wanneer je merkt dat het nog niet zo goed lukt.
  • Plan je dag goed op voorhand. Waar slaap je de nacht ervoor, hoe raak je op het examen, hoe laat moet je er zijn, … Zorg dat je identiteitskaart en de nodige formulieren klaar liggen zodat je hier niet meer naar moet zoeken op de dag van het examen. Hoe beter je planning, hoe minder stress.
  • Bij deze dag hoort voldoende eten, maar een te zware maaltijd kan een dipje veroorzaken. Zorg dus voor gezond eten waar je lang mee verder kan. Denk hierbij aan volkoren boterhammen of een volkoren pasta salade. Neem ook een lekker stukje fruit mee voor het middaguur en om je op te peppen na het examen. Voorzie voldoende water in een doorzichtig flesje voor tijdens het examen.
  • Ga op tijd slapen. Reken er op dat je 8u slaap nodig hebt om optimaal te kunnen functioneren. Het is een pak moeilijker om goed na te denken als je vermoeid bent.
  • Neem een voldoende stevig ontbijt. Je hersenen hebben calorieën nodig om goed te kunnen functioneren.
  • Gezien de zeer warme temperaturen:  Neem zeker voldoende water (doorschijnende fles) mee en zorg voor en voorraad voor de namiddag.
  • Een of 2 vitamine C tabletten tegen een dip kan soms ook wonderen doen.

Tijdens het examen:
  • Focus op het hier en nu, niet op wat er allemaal kan gebeuren. Je kan op dit moment enkel je best doen. Weet dat je er hard voor geleerd hebt en houd je positieve leerervaringen voor ogen.
  • De sessie van wiskunde, scheikunde en fysica wordt krap in tijd. Werk dus proper en zeer geconcentreerd!
  • Schrijf dingen op waarvan je weet dat je ze nodig hebt. Zo moet je je achteraf geen zorgen meer maken of je alles wel juist herinnert en kan je focussen op de oefeningen.
  • Bekijk de formularia en figuren die je bij het examen krijgt. Ook wanneer je iets niet meer weet, is het beter om dit te bekijken als geheugensteun dan te piekeren.
  • Werk met rondes. In plaats van alle vragen in één lange beurt op te lossen, is het beter een paar keer door het examen te gaan. Op die manier loop je minder risico alle tijd te spenderen aan de oefeningen waarmee je vast zit. Wanneer je iets weet/niet weet kan je het ook aanduiden op een manier die voor jou duidelijk is.
  • Controleer je antwoorden. Soms maak je door teveel haast enkele foutjes. Dit wil je vermijden door dingen zoveel mogelijk na te lezen.
  • Neem voldoende tijd om je antwoordenblad in te vullen. Dit kan wanneer bij je tweede ronde aangekomen bent. Soms heb je dan nog vragen open gelaten, maar hierover kan je ook beslissen wanneer je al bezig bent met invullen.
En ten slotte: Vraag jezelf altijd af wat je aan het doen bent, hoe het moet, waar je het gezien hebt in de cursus, … Hoe meer men stilstaat bij wat men doet, hoe actiever iemand met de materie bezig is. Dit komt de kwaliteit van de oplossingen zeker ten goede. We wensen jullie alvast heel veel succes!


Over de auteur: Jan Bruwier is hoofdverantwoordelijke van Rebus studiebegeleiding in Leuven en Kortrijk. Stephanie Theunissen is psychologe en werkt momenteel als studiecoach bij Rebus.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.